De veiligheidssituatie in Burkina Faso

August 14, 2022

Het wordt er niet gezelliger op in Burkina Faso. De veiligheidssituatie wordt met de dag grimmiger, met aanslagen, oprolacties door speciale eenheden van de politie, vuurgevechten en kidnappingen. Het begon allemaal een jaar of 5-6 geleden, nadat de vorige president Blaise Compaoré na 30 jaar in 2014 verjaagd is na een volkopstand. Compaoré hield het land stabiel door het op een akkoordje te gooien met de terroristische eenheden die Mali en Niger al langer onveilig maakten. Op voorwaarde dat ze Burkina Faso met rust lieten voorzag hij ze van wapens en geld. De nieuwe regering nam deze strategie niet over, met gevolg dat gewapende groepen af en toe de grens met Burkina Faso overstaken om onrust te zaaien, dorpen te plunderen en de onvrede van de plattelandsbevolking aanwakkerde. De Volkskrant publiceerde zaterdag 16 oktober 2021 een goed gedocumenteerd stuk over de complexiteit van terreur, goudkoorts, overbevolking en armoede in de Sahelregio.

Binnenlands terrorisme

Het merendeel van de aanslagen, die soms ook de westerse kranten halen, deden zich voor aan de oostkant van Burkina Faso, daar waar de goudmijnen zich bevinden. De centrale overheid geeft mijnconcessies uit in gebieden waar traditioneel al eeuwenlang goud gedolven wordt door de lokale bevolking, die zich van de ene op de andere dag verstoten ziet van haar broodwinning. Dat geeft onrust en rebellie, een situatie waar de gewapende groepen dankbaar gebruik van maken om jongeren te rekruteren. De overbevolking, de gemiddelde burkinabévrouw baart 7 (!!) kinderen, en het daarmee gepaard gaande landtekort maakt de situatie alleen maar erger. Zie daar de vicieuze cirkel waar alle Sahellanden onder gebukt gaan. Daar is geen kant-en-klare oplossing voor.

Haparako bevindt zich in de regio “La Boucle du Mouhoun”, in het noordwesten van Burkina Faso, grenzend aan Mali. Wie goed naar de kaart van Burkina Faso kijkt ziet dat er zich in het noorden van de Boucle du Mouhoun een tong Malinees grondgebied wringt tussen de provincies Kossi en Sourou. Behalve op de grote wegen is er geen grensbewaking in dit gebied. De gewapende groepen kunnen dus ongehinderd vanuit Mali zo Burkina Faso binnen wandelen en visa versa. Ideaal om aan de strijdkrachten van beide landen te ontkomen.

In het noorden van Kossi en Sourou heerst totale anarchie waar de centrale en lokale overheden geen grip op krijgen. Scholen zijn gesloten, politieposten worden in de brand gestoken en lokale bestuurders zijn hun leven niet zeker en vluchten in grote getalen naar veiliger gebieden. De gewapende groepen nestelen zich tussen de dorpelingen en iedereen weet waar ze zitten. In de afgelopen weken zijn er verschillende schermutselingen geweest tussen deze groepen en de strijdkrachten die zo nu en dan een uitval doen. Afgelopen week nog in Di, zo’n 30 km ten noordoosten van waar wij zitten, waarbij 15 terroristen en 7 strijdkrachten omgekomen zijn bij een vuurgevecht. Er zijn grote hoeveelheden wapens, munitie en springstof in beslag genomen.

Die gewapende groepen maken bovendien geen onderscheid tussen de overheid die ze willen destabiliseren en hulpverleners. Een paar dagen geleden is een konvooi van een NGO die muskietennetten en malariapillen uitdeelt bij Lekuy in Kossi overvallen en zijn alle auto’s en medicijnen meegenomen. De hulpverleners zijn langs de kant van de weg achtergelaten.

Wij zouden komende week naar Kossi en Sourou gaan waar we de cursus brommerreparatie gegeven hebben in het kader van een EU-project waar ik in mijn vorige blog over schreef. We zouden de diploma’s gaan uitreiken en een klein feestje bouwen ter afsluiting van de cursus. Daar zie ik nu vanaf. Het lijkt mij niet verstandig om met onze projectauto, een Toyota hilux, nu naar die gebieden te rijden. We zullen de diploma’s met de bus versturen en aan de lokale trainers vragen ze uit te reiken. Zonder feestje natuurlijk, wat dan wel weer jammer is.

De projectgrond

De gevolgen van het landtekort laat zich ook in ons kleine dorpje Passakongo merken. Sinds de aanleg van de asfaltweg Dédougou-Tougan in 2016 zijn de grondprijzen de pan uitgerezen. Kon je voorheen nog een hectare land kopen voor omgerekend 600 euro, tegenwoordig moet je daar al gauw 4.500 euro voor betalen. Het moet gezegd dat het vooral rijke mensen uit de hoofdstad zijn die tijdig grote lappen grond hebben aangekocht om er hotels, dancings of kippenboerderijen op te zetten. Hoewel officieel alle grond van de staat is, gelden op dorpsniveau nog steeds de traditionele regels. Bij de Bwa, de etnische groep van Passakongo, is grondbezit een mannenzaak. Grond wordt van vader op zoon doorgegeven. Op een enkele sterke weduwe na die de grond van haar verstorven man verbouwt, mogen vrouwen geen grond bezitten. Bovendien heb je naast familiegrond ook nog communale gronden. Er gelden strenge regels voor het grondgebruik, bijvoorbeeld wanneer je je grond braak moeten laten liggen. Bij verkoop van een stuk land gelden eveneens strenge regels over de verdeling van het geld. Oude mannen krijgen het grootste deel, aflopend naar het jongste familielid, mits die kinderen heeft. Kinderloze mannen en vrouwen krijgen niets. Door de grote omvang van de gezinnen hier, kan het zomaar voorkomen dat het jongste familielid slecht anderhalve euro krijgt bij de verkoop van 4.500 euro, terwijl zijn opa er met 200 euro vandoor gaat. Dat levert natuurlijk scheve gezichten, want ook de jeugd hier laat zich niet meer zoveel aan die oude tradities gelegen liggen. Je ziet dus dat er veel grond onderhands, stiekem, verkocht wordt of dat hetzelfde stukje land meerdere keren doorverkocht wordt. Bij de rechtbank in Dédougou lopen vele tientallen zaken van mensen die duizenden euro’s hebben betaald aan iemand die niet de eigenaar van die grond is.

Fondation Haparako heeft in 2002 10 hectaren grond van het dorp Passakongo gekregen om daar een scholingsproject op te realiseren. Die 10 hectaren zijn nu natuurlijk goud waard en dat heeft ons de afgelopen jaren behoorlijk wat problemen opgeleverd. In 2016, niet toevallig het jaar dat de aanleg van de asfaltweg begon, werd ik door de familie die ons de 10 hectaren had gegeven gesommeerd om er alsnog voor te betalen. De te betalen som varieerde van 4 ton tot 45 duizend euro, afhankelijk van met wie je sprak. Ik probeerde ze uit te leggen dat het scholingsproject nog lang niet zelfvoorzienend is en dat er ieder jaar nog grote sommen geld uit NL overgemaakt moesten worden om de scholen draaiende te houden en dat het daardoor moeilijk zou zijn sponsoren te vinden die ook nog eens voor de grond zouden moeten betalen. In de loop der jaren heb ik ze vaker een kleiner bedrag aangeboden, maar daar namen ze geen genoegen mee – ze wilden de volle hap. Door hun agressieve houding en mijn onmacht om aan hun wensen te voldoen, werd de sfeer tussen ons steeds grimmiger. Waar we ooit goed samenwerkten en alles in goed overleg samendeden, verwerd ik een paria in het dorp. Men heeft vele fetisjen over mij gedaan, vloeken over mij afgeroepen en zelfs de bliksem op mij afgestuurd die me tot in NL zou achtervolgen. Gelukkig ken ik de lokale gebruiken om een gast nooit persoonlijk wat aan te doen, maar helemaal happy voel ik me al lang niet meer in Passakongo.

Sinds juni 2020 heeft Fondation Haparako de officiële grondeigendomspapieren, maar daar trekken de vooral oude mannen van de familie zich niks van aan. Feitelijk erkennen ze de geldende regels van een rechtsstaat niet.

Deze hele onaangename situatie heeft Stichting Haparako doen besluiten zich uit Burkina Faso terug te trekken en het scholingsproject over te doen aan het ministerie van onderwijs. Ik heb in oktober 2020 een dossier aangelegd met de hele inventaris, personeel, gebouwen en leerlingenaantallen en heb dat aan de minister aangeboden. In maart 2021 kreeg ik een officiële brief van het ministerie dat zij zeer geïnteresseerd zijn in de overname van de beide scholen voor beroeps- en algemeen onderwijs. Het was de bedoeling dat die overname al voor het begin van het schooljaar 2021-2022 zou plaats vinden, maar de bureaucratische molens draaien hier nog veel langzamer dan in NL. Ik zag mij dus genoodzaakt het schoolbegin weer zelf te doen, want anders zou de school een jaar lang gesloten worden en zouden de ruim 200 leerlingen diezelfde tijd thuis komen te zitten. Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen.

Wanneer de overname daadwerkelijk gaat gebeuren is onduidelijk, want niemand kan mij antwoord geven over hoelang de procedure nog gaat duren. Voorlopig zit ik hier dus nog wel.