Wat een leuk feest
March 26, 2010
Alweer twee weken in Burkina en ruim een weekje in Passakongo. Wat gaat de tijd snel als het gezellig is, want gezellig is het. Anika vermaakt zich prima hier – ze geeft nu computerles aan Rita en die maakt goede voortgang. Daarnaast giebelt ze wat af met de jongens van het personeel. Een jong lekker ding als Anika baart uiteraard veel opzien hier en ze heeft geloof ik al zo’n 20 huwelijksaanzoeken gehad. Ze draagt nu dagelijks een zelfgemaakt ringetje om aan te tonen dat ze al een man in NL heeft. Niet dat dat veel indruk maakt, want ze zeggen doodleuk dat ze er dan nog maar een burkinabé man bij moet nemen. Een vrouw met twee mannen, alsof dat hier mogelijk is, maar voor hun eigen geneugten bedenken ze altijd wel weer wat. Mannen…………. 🙂
Gisteren, 25 maart, was ik jarig en dat is groots gevierd. Ikzelf wilde er niet al teveel ruchtbaarheid aan geven, misschien met wat vriendinnen een visje eten en dolo drinken, maar Anika had zich voorgenomen om er wel een groot feest van te maken. Samen met Flo heeft ze het personeel van het project weten te mobiliseren die er wel oren naar hadden om een feestje voor madame te organiseren. Het was hartverwarmend – zo leuk. Al de hele week zat het hele personeel in de namiddag bij elkaar en als ik er dan aankwam viel het geanimeerde gesprek terstond stil. Anika wist alles zeer goed geheim te houden en als ik haar vroeg waar het over ging zei ze iedere keer dat ze het niet wist omdat ze immers nog niet zo goed Frans kon. Heel geniepig! Flo is wat slechter in het geheim houden, dus die heeft haar mond voorbij gepraat dat ze iets voor mij aan het voorbereiden waren, maar wat dat wou ze dan weer niet vertellen. Enfin, gisteren was dus de grote dag. Woensdag had Anika al vijf taarten gebakken, bananen-, mango- en chocoladetaart. Ik had aardappelsalade gemaakt, tonijnsalade met brood en drie pizza’s gebakken (lang leve mijn gasoventje!). Flo had « coq-au dolo » (de door mij geïntroduceerde lokale variant op “coq-au vin”) en de rest van het personeel had geld ingezameld voor de drank: 20 liter dolo, 10 liter wat lichter alcoholische drank, 5 liter honingdrank (uiteraard ook alcoholisch), 5 liter wijn en nog eens 5 liter gemberlikeur. Drank zat dus. We zijn met z’n allen rond 14:00 uur naar mijn huis gegaan en kreeg ik eerst een toespraakje van de personeelsvertegenwoordiger. Vervolgens stonden ze allemaal op en begonnen ze voor mij te zingen: “happy birthday to you”, eerst in het Frans toen in het Nederlands (!!) en vervolgens in het Engels. Dat waren ze dus al die dagen aan het oefenen – “fijne verjaardag voor jou”. Dat had Anika ze geleerd. Flo zingt het vandaag nog de hele dag. Het was hartverwarmend, ik kreeg er tranen van in mijn ogen. Ik heb ook nog een mooie halsketting gekregen en toen kregen ze eerst allemaal een stukje taart. Bananen- en mangotaart, daar hadden ze natuurlijk nog nooit van gehoord, laat staan gegeten, maar ze vonden het heerlijk. Vervolgens allemaal een bord Hollandse hapjes en toen kon het drinkfestijn beginnen. Dat er een feestje gaande was bij Haparako had het dorp natuurlijk al snel door, dus jan en alleman kwam aanzetten. Ik geloof dat er op een gegeven moment wel meer dan 60 man bijeen gepropt zaten in mijn woonkamer. Er kwamen spontaan nog muzikanten langs dus werd er ook gedanst – wat een leuk en vooral spontaan feest was dat. We zijn tot diep in de nacht doorgegaan, dansen en drinken, rond de palmboom in mijn binnentuin.
Zo tegen middernacht stonden er opeens een blanke man en vrouw bij de poort. De man kwam met gespreide armen op mij af en zoenen : “Zie je wel dat ik woord houd”. Ik had geen idee wie ik voor me had, maar het bleek Cor te zijn, met wie Harm en ik in 2001 met een aantal meer per auto via Tunesië, Lybië en Niger naar Burkina zouden rijden. Die reis is destijds niet doorgegaan omdat 11 september roet in het eten gooide. Vrij snel daarna zijn we het contact verloren. Er stond me wel nog vagelijk bij dat hij me in december gemaild had met de vraag waar ik precies in Burkina zat, en dat had ik hem geschreven, maar ik had nooit gedacht dat hij daadwerkelijk langs zou komen. Hij is 14 januari vanuit Amsterdam vertrokken, met een camper en zijn vriendin is ergens eind februari naar Accra gevlogen om mee te reizen. Die twee stonden dus opeens, op mijn verjaardag nota bene, op de stoep. Hoe toevallig wil je het hebben! Ze blijven nog een paar dagen hier en gaan dan door naar Mali en Senegal om vandaar uit naar Amsterdam terug te vliegen.
Op het project loopt het redelijk. Samen met Père Bertin en Gnoumou, de nieuwe directeur van de technische school die we gaan opzetten, hebben we het project geëvalueerd, al het personeel geïnterviewd en gekeken wat er zoal allemaal nog nodig is voor die technische school. Poe, dat gaat nog een hele klus worden, want we willen dat het een erkende school wordt, zodat het diploma dat de leerlingen na afronding van hun opleiding krijgen ook erkend wordt. Dan moet je natuurlijk wel aan alle wetten en voorwaarden voldoen. Dat wordt dus hard aanpakken de komende drie maanden. Door de dagelijkse aanwezigheid van Gnoumou en Père Bertin, die af en toe langs komt, begint Venance zich nu opeens keurig te gedragen. In plaats van de hele dag op zijn luie reet te zitten heb ik hem zowaar zien meehelpen bij het opruimen van het fietsenmagazijn. Niet te geloven, voor het eerst in twee jaar doet hij weer eens wat. Hij voelt de bui natuurlijk al hangen, dat hij met zijn oude gedrag niet ver komt met de paters. We zullen zien hoe lang hij het volhoudt.
Gnoumou zit hier nu een weekje en begint al redelijk door te krijgen hoe het project in elkaar zit. Met al die werkplaatsen en tegen de 30 man/vrouw personeel heb je dat natuurlijk niet een-twee-drie onder de knie. Hij heeft alle officiële documenten doorgenomen, zit bij elke bespreking en wordt door mij overspoeld met informatie. Hij heeft ook al berekeningen gemaakt over wat er nog allemaal bijgebouwd moet worden – toch handig een eigen aannemer!
Het kinderdagverblijf is helaas nog lang niet af. Deels komt dat door gebrek aan bouwstenen omdat diegenen die ze moeten aanleveren weer eens ruzie onderling hebben, maar de hoofdreden zijn de metselaars zelf die de zaak beginnen te traineren, nu het werk tegen het einde loopt. Ze worden immers per dag betaald, dus binnenkort zijn ze werkeloos. Gelukkig is Gnoumou een geschoolde aannemer, dus die zit ze nu behoorlijk achter de vodden. Eind mei zal het wel af zijn en kan ik de verantwoording voor Wilde Ganzen afmaken.
De temperatuur valt tot nog toe alles mee. Het is weliswaar overdag zo tegen de 40ºC, maar ’s nachts koelt het lekker af en slapen we als roosjes, Anika en ik. Dat wordt straks natuurlijk wel anders, maar nu is het prima te doen. Het is nu vooral nog heel stoffig met de Harmatan (de droge woestijnwind), maar het voordeel is wel dat het stof de zon verduisterd en die dus niet zo genadeloos op je hoofd brandt.