Welvaart versus milieu
March 21, 2015
De landbouw
Ontwikkelingswerkers, zoals ik, doen hun werk om de mensen in derdewereldlanden naar een hoger welvaartsniveau te brengen. Met al onze inzet en kennisoverdracht proberen wij de kloof tussen arme en rijke landen te overbruggen en waar mogelijk te verkleinen.
Afgelopen zomer, tijdens mijn gebruikelijke verblijf in Burkina Faso, heb ik geconstateerd dat die welvaartstoename inderdaad begint te lukken. Vroeger werden de landbouwarealen met handhakken bewerkt, zowel het wieden als het zaaien en het onderhoud van de velden daarna werd met de hand gedaan, bukkend, zwetend in de zon. Hard werk en er waren ook veel mensen nodig om de velden te bewerken voor de voedselvoorziening van de gezinnen. Kinderen werkten mee en polygamie was een gegronde reden om meer handjes op het veld te hebben.
Vroeger ging het om de voedselveiligheid – genoeg verbouwen in de vier maanden regentijd om de rest van het jaar je familie te eten te geven en misschien net iets meer om een bruiloft of begrafenis te kunnen bekostigen. De graanschuur was niet alleen een voorraadschuur maar ook de bank, waar je je geld oppotte voor het geval dat.
Cashcrop
Op een gegeven moment heeft de “cashcrop” zijn intrede gedaan. Cashcrops zijn gewassen die je verbouwt om geld te verdienen en niet zozeer om te eten. Je verbouwt de cashcrop dus naast je veldjes die het voedsel voor je familie veiligstellen. Vroeger was dat met die handhakjes natuurlijk een bijzaak; voor een gemiddelde familie van één man, drie vrouwen en tien kinderen kwam dat neer op laten we stellen 5 hectaren gierst, waarvan meel wordt gemalen en pap wordt gemaakt die drie keer per dag gegeten wordt, 1 hectare mais voor de feestdagen en dan nog bonen en pinda’s als ondergroei. Je kunt je wel voorstellen dat het voorbereiden van de velden, het rooien, het zaaien, het vier maanden wieden en uiteindelijke oogsten veel handwerk met zich meebracht.
Met de ontwikkeling kwam de ploeg die achter en os gespannen werd, waardoor er al minder handwerk nodig was en daarmee dus meer hectaren bebouwd konden worden. De vroegere 5 hectaren gierst en 1 hectare mais en boontjes was nog steeds genoeg om de grote familie te voeden, dus de overgebleven tijd en moeite werd in cashcrops gestopt. Dit is in Burkina Faso sterk gestimuleerd door de overheid, in de vorm van katoenverbouw. Katoen is nog steeds het enige exportproduct van Burkina Faso en die export heeft decennia lang meer dan de helft van het nationale product van de overheidsfinanciën uitgemaakt. Tegenwoordig wordt er ook veel sesam verbouwd voor de export naar China. De Burkinabé kennen geen sesam en weten ook niet hoe ze dat in hun voedsel moeten gebruiken.
Pesticides
Na de ploeg met ossen is er in de laatste 5-10 jaar een nieuwe ontwikkeling zichtbaar die de opbrengsten van de landbouwarealen verhoogt en dat zijn pesticides. Moest je vroeger met het hele gezin gebukt in het zonnetje het onkruid wieden, tegenwoordig kun je dat met een paar keer spuiten verhelpen. Je koopt voor 10-15 euro wat flessen pesticide, stopt dat vermengd met water in een tank en je loopt over je veldjes te sproeien om al het “onkruid” dood te maken. Die pesticides maken het ongewenste “onkruid” dood en laten de later te planten gewassen leven. De Monsanto-manier zullen we maar zeggen. Zo kan één enkele boer wel 20 hectaren veld bebouwen en aangezien hij niet méér gaat eten, zal het surplus aan landbouwareaal dus voor de cashcrop zijn. Op die manier verdient een arme boer in Burkina Faso dus meer geld met minder moeite en kan hij zijn welvaartsniveau verhogen. Dat zie je ook, bijna iedere dorpeling heeft tegenwoordig een stoere grote Chinese motor, of misschien zelfs wel een driewieler met laadbak. Ook worden er betere huizen gebouwd, van cement in plaats van leem, met metalen dakplaten en een heuse deur. Allemaal tekenen van vooruitgang en toename van welvaart van de arme boerenbevolking.
Tot zover de positieve kanten. Het doel van ons ontwikkelingswerkers is immers altijd geweest om het welvaartsniveau van de plattelandsbevolking te verhogen en de mensen minder afhankelijk te maken van hulp van buitenaf door ze zelf te laten werken voor hun geld.
Maar…
Naast gierst, mais en bonen eten de mensen ook groene planten. Die worden voor een deel verbouwd in kleine moestuinen, maar werden toch hoofdzakelijk in de regentijd uit de natuur gehaald. Verschrikkelijk lekkere kruiden en gewassen bloeiden vanzelf op zodra de regens vielen. Die blaadjes werden natuurlijk meteen gegeten, maar ook gedroogd voor de droge tijd. Bij ons werden vergelijkbare “onkruiden” vroeger ook gegeten, bijvoorbeeld zuring en weegbree. Tegenwoordig is het zelfs weer helemaal hip om een moestuin met “vergeten groenten” te hebben.
Het verzamelen van die kruiden en blaadjes is de taak van de vrouw. In de regentijd kon zij die vlak naast haar huis of naast de landbouwvelden vinden. Die pesticides waarmee al die landbouwarealen worden besproeid doden echter alles behalve dat wat je wilt verbouwen, en doden dus ook al die kruiden en blaadjes.
Wat betekent dat: de prijzen op de markt voor diezelfde blaadjes waar iedereen naar uitziet in de regentijd stijgen de pan uit. De vrouwen kunnen diezelfde kruiden en blaadjes niet meer in of naast hun landbouwvelden vinden. Ze moeten ze dus van veel verder gaan halen.
Vlak bij mijn huis is een laagte waar in de regentijd een vennetje ontstaat waar het vee kan drinken en waar honderden kikkers en vlinders gedurende vier maanden rondhingen. Het is mij afgelopen zomer/regentijd opgevallen dat er geen enkele kikker meer was. Voorheen kwamen ze tot in mijn huis en dan vooral in mijn ondergrondse wateropvang-tank, maar afgelopen jaar niks – niet één kikker. Hoe mooi was het in voorafgaande jaren om in slaap te vallen bij een concert van kikkers. Dit jaar was het stil.
We mogen ons dus wel de vraag stellen of we deze vorm van vooruitgang willen. Natuurlijk rijden er nu veel meer Chinese motoren rond en wordt daarmee de mobiliteit van in ieder geval de mannen vergroot, maar helpt het daadwerkelijk de voedselvoorziening van ruraal Afrika? Wat is de impact van het verdwijnen van die kikkers met hun mooie koren en de vlinders? Zijn 40 brommers het waard om voor weet ik hoeveel jaar de kruiden en blaadjes, de kikkers en de vlinders te laten verdwijnen?
We werken allemaal voor vergroting van de welvaart in de derde wereld, maar ten koste van wat?
Kan het niet anders?